Site logo

Flexi-job 2024

Uitbreiding sectoren en alle andere nieuwigheden op een rij

Sinds 1 januari 2024 is er een nieuwe uitbreiding van de flexi-job sectoren én zijn er aantal nieuwe maatregelen van kracht. Hieronder hebben we voor jou de belangrijkse wijzigingen opgelijst.

Krijg als eerste nieuws over flexi-job wijzigingen:

Uitbreiding sectoren

In de uitbreidingswet worden de nieuwe sectoren ingedeeld in drie reeksen.

Reeks 1: de sectoren die de wet zelf toevoegt
Dit zijn de sectoren waar flexi-jobs mogelijk zullen zijn vanaf 1 januari 2024, tenzij er een opt-out komt. De sociale partners in deze sectoren kunnen overeenkomen dat in hun sector, of een gedeelte daarvan, flexi-jobs toch niet toegelaten zijn.

Dit zijn de sectoren van reeks 1:
a) 118.03 industriële- en ambachtelijke bakkerijen, ambachtelijke banketbakkerijen, ambachtelijke roomijsfabrikanten en de consumptiesalons bij een ambachtelijke banketbakkerij;
b) 118.07 brouwerijen en mouterijen;
c) 118.08 drankennijverheid;
d) 118.09 groentenijverheid;
e) 118.10 vruchtennijverheid;
f) 118.11 vleesnijverheid;
g) 118.12 zuivelproducten;
h) 118.14 chocoladefabrieken – suikerbakkerij;
i) 118.21 aardappelverwerkende nijverheid;
j) 118.22 aardappelschilbedrijven.
PC 112: garagebedrijf
PC 320: begrafenisondernemingen
PC 132: ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken
PC 144: landbouw
PC 145: tuinbouw
in PC 200: de tewerkstelling als bediende bij een werkgever met als hoofdactiviteit autorijscholen zoals omschreven in NACE-code 85.531
PC 323: beheer van gebouwen, vastgoedmakelaars en dienstboden
PSC 140.05: het paritair subcomité voor de verhuizing
PSC 140.01: het paritair subcomité voor de autobussen en de autocars

Enkel de functies die verbonden zijn aan een NACE-code zoals hierna bepaald en die rechtsreeks verband houden met de organisatie van een evenement zelf, bij de werkgevers uit de privé-sector, wiens hoofdactiviteit in de evenementensector bestaat uit één van de volgende activiteiten:

a) de beoefening van uitvoerende kunsten, waaronder wordt verstaan de beoefening van uitvoerende kunsten door zelfstandig werkende artiesten (NACE 90.011) alsook de beoefening van uitvoerende kunsten door artistieke ensembles (NACE 90.012);
b) het ontwerp en bouw van podia (NACE 90.022);
c) de gespecialiseerde beeld-, verlichtings- en geluidstechnieken (NACE 90.023);
d) ondersteunende activiteiten voor de uitvoerende kunsten (NACE 90.029);
e) de beoefening van scheppende kunsten (NACE 90.031);
f) ondersteunende activiteiten voor scheppende kunsten (NACE 90.032);
g) de exploitatie van schouwburgen, theaters, concertzalen, music-halls, cabarets en andere accomodaties voor podiumkunst (NACE 90.041);
h) de exploitatie van geluidsopnamestudio’s voor rekening van derden (NACE 90.041);
i) het beheer en exploitatie van culturele centra en multifunctionele zalen ten behoeve van culturele evenementen (NACE 90.042);
j) de organisatie van congressen en beurzen (NACE 82.300);
k) de organisatie van sportevenementen (NACE 93.199);
l) verhuur en lease van televisietoestellen en andere audio- en videoapparatuur (NACE 77.292);
m) verhuur en lease van vaat- en glaswerk, keuken-en tafelgerei, elektrische huishoudapparaten en andere huishoudelijke benodigdheden (NACE 77.293);
n) verhuur en lease van tenten (NACE 77.392);
o) verhuur en lease van andere machines en werktuigen en andere materiële goederen (NACE 77.399).

Private of publieke werkgevers en de werknemers die zij tewerkstellen in functie van redder in publiek toegankelijke zwembaden en zwemvijvers of op het strand, en alleen voor werknemers die een diploma van redder hebben.

Reeks 2: de sectoren met toelating via de Gemeenschappen
In reeks 2 neemt de wet sectoren op waarin door de Gemeenschappen (de Vlaamse, Franse en/of Duitstalige gemeenschap) flexi-jobs kunnen toegelaten worden na een aanvraag via het
Overlegcomité. De Vlaamse Gemeenschap heeft al aangevraagd om vanaf 1 januari 2024 flexi-
jobs toe te laten in deze sectoren.

Dit zijn de sectoren van reeks 2:
-uit PC 331 (Vlaamse welzijns- en gezondheidssector) de werkgevers met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91) en de publieke werkgevers met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91);
-het officieel onderwijs en het gesubsidieerd personeel van het door de gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs.
-de publieke sport- en cultuursector, de werkgevers waarvan de hoofdactiviteit beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes onder categorie 93.1 of 90.

Reeks 3: restcategorie
Voor de sectoren van reeks 3 zullen de sociale partners de mogelijkheid krijgen om flexi-jobs te
activeren. Dit betreft alle privé-sectoren, behalve: de sectoren waar flexi-jobs nu al mogelijk zijn, en de bovenstaande sectoren van reeks 1, en de bovenstaande sectoren van reeks 2.

Wijzigingen flexi-job voorwaarden

Er komen ook een aantal wijzigingen aan de voorwaarden om een flexi-job te mogen uitoefenen.

1) Vanaf 1 januari 2024 worden verscherpt zal het niet meer mogelijk zijn om een flexi-job uit te oefenen bij de werkgever bij wie de werknemer in hetzelfde kwartaal werkt in het kader van een andere arbeidsrelatie, zelfs van minder dan 80%, in één van de volgende situaties:

-ofwel voorafgaand aan de tewerkstelling als flexi-jobber,
-ofwel op hetzelfde ogenblik als de tewerkstelling als flexi-jobber.

Een werknemer die in het begin van een kwartaal als flexi-jobber werkt bij een werkgever, mag wel vervolgens in dat kwartaal wel met een ander contract werken bij dezelfde werkgever.

2) De werknemer zal in hetzelfde kwartaal geen flexi-job mogen uitoefenen bij een onderneming die verbonden is aan de onderneming waar hij zijn hoofdtewerkstelling heeft van minstens 80%. 

3) Als de werknemer in het referentiekwartaal (“T-3”) een tewerkstelling had van 80%, maar in het daaraan voorafgaande kwartaal (“T-4”) nog voltijds werkte, dan mag die persoon geen flexi-job uitoefenen in het beoogde kwartaal T, en ook niet in het daaropvolgende kwartaal (“T+1”). Die persoon moet met andere woorden een wachtperiode van twee kwartalen respecteren, en mag pas vanaf kwartaal “T+2” opnieuw een flexi-job uitoefenen als alle voorwaarden zijn vervuld.

Wijziging flexi-loon

Minium flexi-loon
Met uitzondering van de horecasector (PC 302) maar met inbegrip van de gezondheidszorgsector (PC 330) zullen flexi-jobbers vanaf 1 januari 2024 minstens recht hebben op het sectorale baremaloon voor de uitgeoefende functie. Het specifieke flexiloon zal dus niet langer gelden.

Voor flexiwerk in de horecasector zal wel nog steeds het specifieke flexiloon gelden, dat wordt geïndexeerd in de maand volgend op het bereiken van de spilindex.

Als de sector voor de betrokken functie geen baremaloon heeft vastgesteld, wordt het minimale basisuurloon van de flexi-jobber vanaf 1 januari 2024 bepaald op basis van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI).

In de publieke sector wordt het minimaal basisuurloon van flexi-jobbers voor prestaties vanaf 1 januari 2024 bepaald op basis van de baremieke wedde voor de betrokken functie overeenkomstig de toepasselijke rechtspositieregeling.

Maximum flexi-loon
Het flexiloon (inclusief vergoedingen, premies en voordelen) zal vanaf 1 januari 2024 niet méér mogen bedragen dan 150% van het minimale basisloon. Een sector-cao kan een ander maximum dan die 150% vaststellen.

Plafond bijverdienen voor werknemers

Op inkomsten vanuit een flexi-job worden weknemers niet belast.

Voor flexi-jobbers die nog niet met (al dan niet vervroegd) wettelijk pensioen zijn, wordt vanaf nu wel een begrenzing ingevoerd: vanaf 2024 zal de fiscale vrijstelling voor inkomsten uit flexi-jobs maar gelden voor de eerste 12.000 euro op jaarbasis. Alle inkomsten boven de 12.000 worden wel belast.

Voor de flexi-jobbers die al gepensioneerd zijn, zal deze fiscale plafonnering niet worden ingevoerd. Hun inkomsten uit flexi-jobs blijven dus fiscaal vrijgesteld zonder begrenzing. Gepensioneerden jonger dan 65 moeten wel rekening houden met de grensbedragen voor toegelaten beroepsinkomsten, want zij mogen niet onbeperkt bijverdienen bovenop hun pensioen.

Verhoging werkgeversbijdrage

Een werkgever moet voor een flexi-jobber enkel een bijzonder werkgeversbijdrage betalen, en dus géén gewone sociale zekerheidsbijdragen of bedrijfsvoorheffing.

Die werkgeversbijdrage bedroeg tot nu toe 25% maar zal vanaf 1 januari 2024 worden verhoogd naar 28% op het flexiloon.

Vragen of meer info?

De meeste van de vragen voor werknemers vind je hier, de meeste vragen voor werkgevers vind je hier. Toch nog een vraag waarvoor je het antwoord niet terug vindt op onze site? Geen probleem, stel jouw vraag hier, en we bezorgen jou zo snel mogelijk een antwoord.

We use cookies to improve your experience on our website. By browsing this website, you agree to our use of cookies.

Meld aan (Werkgevers)

Registreer

Vergeten wachtwoord

Winkelmand

Winkelwagen